Iemand die een hamburger vasthoudt, ter illustratie bij het nieuwsbericht dat wethouders van de G4 een wetswijziging willen voor een gezondere voedselomgeving

Gemeenten hebben de plicht om te zorgen voor een veilige en gezonde voedselomgeving, maar missen juridische bevoegdheden om in te grijpen in de alsmaar groeiende ongezonde voedselomgeving. Dit blijkt zowel uit eigen onderzoek van Amsterdam, Den Haag, Ede, Rotterdam en Utrecht, als uit het onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam (UvA) in opdracht van deze vijf steden heeft gedaan.

In een op dinsdag 27 januari verstuurde brandbrief aan staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid) vragen de verantwoordelijke wethouders daarom om een wetswijziging, zodat zij in de toekomst hun zorgplicht kunnen vervullen.

Toenemend fastfoodaanbod

Sinds de jaren ’80 van vorige eeuw is overgewicht onder volwassenen in Nederland verdubbeld, met als resultaat dat nu de helft van alle volwassenen te zwaar is. Een belangrijke oorzaak is het aanbod van ongezond voedsel. Uit Rotterdams onderzoek blijkt dat het aanbod van fastfood de afgelopen 15 jaar in die stad is toegenomen met 37 procent en in wijken met een lage sociaaleconomische status met maar liefst 57 procent. Wethouder Sven de Langen (o.a. volksgezondheid): “Het is in het centrum van Rotterdam makkelijker om een hamburger te kopen dan een appel. Tegelijkertijd zien we dat meer dan de helft van de Rotterdammers kampt met overgewicht. Een verontrustende ontwikkeling.” Als deze lijn doorzet dan heeft over 20 jaar 62 procent van de Nederlandse volwassenen overgewicht. Dat is zorgelijk, aangezien overgewicht leidt tot aandoeningen als diabetes en hart- en vaatziekten. Ook zijn mensen met overgewicht extra kwetsbaar voor een ernstig verloop van corona.

Aangescherpte eisen en investeringen

De vijf gemeenten hebben de afgelopen jaren hun wettelijke en financiële mogelijkheden maximaal benut om hun bewoners kansen op een gezond leven te bieden. Zo zijn op tal van plekken de eisen aangescherpt voor vergunningen voor gesubsidieerde activiteiten, sportevenementen voor kinderen en verkooppunten in de openbare ruimte. Ook is volop geïnvesteerd in onder meer gezonde school- en sportkantines, voedselonderwijs, een gezonder aanbod in ziekenhuizen, Huizen van de Wijk en op locaties waar veel kinderen komen.

Urgentie

Zowel uit eigen onderzoek als het UvA-rapport blijkt dat ingrijpen in de voedselomgeving urgent is, maar de huidige beschikbare maatregelen zijn onvoldoende om het tij te keren. Daarom roepen de vijf wethouders het kabinet op om meer juridische instrumenten te creëren om de voedselomgeving te reguleren, zoals in de Omgevingswet en de Warenwet. Momenteel kunnen gemeenten via de reguliere ruimtelijke instrumenten (als bestemmingsplannen) alleen maar invloed uitoefenen als daaraan ‘ruimtelijke’ argumenten zoals geluids- of stankoverlast ten grondslag liggen. Met een wetswijziging in de Omgevingswet kunnen gemeenten in bepaalde gebieden, bijvoorbeeld rondom scholen, stimuleren dat ondernemers gezond voedsel aanbieden.

‘Verketenisering’ tegengaan

Daarnaast willen de gemeenten met een wijziging van de Warenwet bewerkstelligen dat ze een overaanbod van bepaald voedsel kunnen reguleren. “Het aantal fastfoodzaken in de stad moet omlaag. Met deze wetswijzigingen kunnen we de balans in de voedselomgeving herstellen en de ‘verketenisering’ tegengaan”, zegt wethouder De Langen. ‘In Rotterdam willen we niet alleen een gezond aanbod voor onze Rotterdammer. We willen ook een balans tussen fastfoodzaken en leuke Rotterdamse horecazaken die ook gezond voedsel aanbieden.”

 

Dit artikel is een aangepaste vorm van een officieel persbericht dat verzonden is op dinsdag 26 januari.