Gezond010 heeft korte lijnen met onderwijsinstellingen binnen en buiten Rotterdam. In de rubriek ‘Lector aan het woord’ vertellen lectoren over (de ontwikkelingen in) hun vakgebied. In deel 4: dr. Henk Rosendal. Hij is sinds 2018 lector van De Gezonde Wijk bij het Kenniscentrum Zorginnovatie. Dit is onderdeel van Hogeschool Rotterdam. ‘Gezondheid wordt voor een groot deel bepaald door iemands directe omgeving.’

Henk Rosendal stelt dat Rotterdam met een wijkgerichte aanpak gezonder te maken is. Dat kun je als lector dan vanuit je ivoren toren verkondigen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Althans, niet voor lector Henk Rosendal. ‘Je weet pas echt wat er in een wijk leeft als je er daadwerkelijk bent. Dan krijgt het pas betekenis,’ zegt hij. En dus zit Rosendal de helft van zijn tijd op de grens van de wijken Hillesluis en Bloemhof op Zuid. In deze dependance van de Hogeschool Rotterdam – EMI op Zuid geheten – verwelkomt Rosendal studenten van het lectoraat De Gezonde Wijk. Dat zijn vooral studenten verpleegkunde, social work, fysiotherapie en diëtiek. Maar ook bedrijfskundigen in opleiding komen langs.

Brede aanpak

Die diversiteit is wat De Gezonde Wijk kenmerkt. ‘Gezondheid wordt grotendeels bepaald door factoren die niet onder het domein van de zorg vallen,’ zegt Rosendal. ‘Slechts tien procent van onze gezondheid wordt bepaald door gezondheidszorg. Factoren als opleiding, inkomen, wonen, cultuur, leefstijl en sociale omgeving zijn bepalender. Als we de gezondheid van mensen willen bevorderen, vraagt dat dus om een meer integrale aanpak. We moeten verder kijken dan alleen zorg. Het is daarbij belangrijk om te kijken waar die factoren aanwezig zijn. Alleen dan kun je ze verbeteren. Die plek is de wijk. Dat is waar mensen wonen, leven en werken. Ik wil dan ook dolgraag met studenten midden in de wijken gaan zitten om dáár onderzoek te doen. En dan ook graag met studenten van verschillende opleidingen, zodat we breder naar de uitdagingen kunnen kijken.’

Mom’s walk

Die studenten doen verschillende (onderzoeks)projecten in de wijk. Zo ontwikkelde een groep studenten de Mom’s walk in Hillesluis, om moeders in beweging én met elkaar in contact te brengen. Er worden daarbij verschillende talen gesproken en er is veel ruimte om uitdagingen te bespreken. Andere studenten bedachten een manier om lokale ondernemers in te zetten om bewoners van Beverwaard te inspireren en motiveren om te werken aan een gezonde toekomst. In het project Grean up the streets worden de straten van Carnisse groener en schoner gemaakt. Ook onderzochten studenten de relatie tussen stress en de hoeveelheid groen in de omgeving.

Scheve stoep

‘Er zijn veel leefstijl- en bewegingsprogramma’s in Rotterdam,’ vertelt Rosendal. ‘De vraag is of kwetsbare Rotterdammers die programma’s weten te vinden. Is dat zo, dan spelen ook de fysieke en sociale omgeving een rol. Nodigt de wijk uit tot bewegen? Of is het er onveilig en blijf je liever binnen? Als de stoep schots en scheef ligt, ga je misschien liever niet wandelen als je toch al niet zo mobiel bent. Ook de hoeveelheid groen speelt een rol. Soms is het groen er wel, maar zien mensen niet de mogelijkheden ervan. Tegen iemand met financiële problemen hoef ik niet te beginnen over BMI. Diegene heeft wel andere zaken aan zijn hoofd. Namelijk dat er elke dag überhaupt iets te eten op tafel staat. Ook de sociale omgeving speelt een rol. Als beweging door niemand om je heen wordt gestimuleerd, doe je het zelf ook minder snel. Door “randzaken” aan te pakken, vallen belemmeringen om gezonder te leven weg. Dat zijn soms kleine dingetjes, maar ze werken wel.’

Mét bewoners praten

Volgens Rosendal is het daarbij belangrijk om vooral mét bewoners te praten en niet óver hen. ‘Onze studenten gaan de wijk in en spreken met veel mensen. Wat je hoort, is dat mensen zich niet serieus genomen voelen. Er zijn per wijk wel vertegenwoordigers en betrokken bewoners, maar dit zijn vaak dezelfde mensen. Beleidsbepalers en uitvoerende organisaties moeten zich nog beter realiseren dat een wijk geen homogeen fenomeen is. Een wijk bestaat uit allerlei groepen, lagen en culturen. Zeker hier op Zuid. Het is belangrijk om mensen te betrekken bij hun directe leefomgeving. Weinig mensen spannen zich in voor de hele wijk. Voor hun straat of voor hun eigen appartementencomplex doen ze dat wél. Dan voelen ze zich betrokken en verantwoordelijk.’

Benut wat goed gaat

Om echt wijkgericht te kunnen werken, is nauwe samenwerking nodig tussen alle zorg- en welzijnspartijen die actief zijn in een wijk. ‘Maar we werken vanuit De Gezonde Wijk ook samen met andere opleidingen en scholen, de gemeente, woningcorporaties, vrijwilligers en bedrijven,’ zegt Rosendal. ‘De uitdaging is om enerzijds breed naar gezondheid te kijken en anderzijds te focussen op concrete problemen in de wijk. Daarbij moeten we vooral ook kijken naar dingen die goed gaan. Is er veel sociale cohesie, zoals in bepaalde delen van Zuid? Dan moet je dát benutten. Hetzelfde geldt voor rolmodellen. Daarnaast is het belangrijk dat er continuïteit zit in de aanpak. Daarom geven onze studenten telkens het stokje door aan nieuwe studenten, die met dezelfde projecten verder gaan. Als je na een paar maanden weer vertrekt, is dat niet stimulerend voor bewoners.’

Blauwdruk

Wat hoopt Rosendal te bereiken met De Gezonde Wijk? ‘Ik hoop dat we de komende jaren zóveel leren dat we een blauwdruk kunnen ontwikkelen voor wijkgericht werken. Een aanpak die we in elke wijk in Nederland kunnen toepassen, of het nu een kwetsbare of welvarende wijk is. De invulling zal per wijk verschillend zijn. Die blauwdruk moet uit te voeren zijn door alle partijen die welwillend zijn, samen met bewoners. Maar laten we eerst van Rotterdam een gezondere stad maken. Ik ben ervan overtuigd dat dit kan, door telkens kleine stapjes te zetten. Wijk voor wijk.’

Meer weten over het lectoraat De Gezonde Wijk? Bekijk hier de openbare les die Henk Rosendal gaf over het thema. Heb je ideeën wijkgerichte zorg of wil je samenwerken? Mail naar h.rosendal@hr.nl.

Dit was deel 4 in onze rubriek ‘Lector aan het woord’.

  • Lees hier deel 1 met lector dr. Feike van der Leij (Inholland) en docent-onderzoeker dr. Canan Ziylan (Hogeschool Rotterdam) over ondervoeding bij thuiswonende ouderen.
  • Lees hier deel 2 met prof. dr. Niels Chavannes over eHealth en het National eHealth Living Lab (NeLL).
  • Lees hier deel 3 met dr. Richard de Brabander over de rol van social work bij het verkleinen van sociale ongelijkheid.