Een oudere man op een rode bank, illustratief bij artikel over ondervoeding bij ouderen

Eén op de drie ouderen die thuiszorg krijgt, is ondervoed. In de wijk Ommoord werd onder begeleiding van Zorgimpuls een verkenning uitgevoerd naar een gezamenlijke aanpak van dit probleem. ‘We moeten beter kijken naar de onderliggende oorzaak van ondervoeding.’

Anne-Fleur Klandermans kan er nog altijd niet over uit. Twee jaar geleden maakte OPEN Rotterdam een serie video’s over ondervoeding bij ouderen. ‘Daarin was te zien hoe een oudere een maaltijd krijgt thuisbezorgd,’ vertelt de adviseur bij Zorgimpuls. ‘Maar omdat die mevrouw niet wist hoe haar magnetron werkte, at ze die maaltijd niet op. En die bezorger was al gevlogen. Tja, dan werk je dus niet aan de kwaliteit van leven van een oudere! Maar helaas is dit hoe het zorgsysteem in veel gevallen werkt. De thuiszorg mag bijvoorbeeld geen boterhammetje smeren. Door de tijdsdruk in zorg en ondersteuning ligt er te veel focus op het “afvinken” van taken. Er is te weinig oog voor hoe het écht met ouderen gaat.’

Onderschat

Om dat te veranderen, voerde Zorgimpuls – in opdracht van de gemeente Rotterdam en in samenwerking met het Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam – een verkenning uit in de wijk Ommoord. In Ommoord wonen relatief veel ouderen met ondervoedingsproblemen. ‘Maar het is in het hele land een sluimerend probleem dat wordt onderschat,’ vertelt Anne-Fleur, die de verkenning begeleidde. ‘Op beleidsniveau is er onvoldoende aandacht voor. In de praktijk wordt ondervoeding te weinig gesignaleerd. En als er dan gesignaleerd wordt, weet men niet waar ze terecht kunnen met hun signaal. Er wordt te veel aan symptoombestrijding gedaan en te weinig naar de onderliggende oorzaak gekeken.’

Vicieuze cirkel

Een voorbeeld: een oudere die regelmatig valt, komt bij de fysiotherapeut. Die gaat met de beste bedoelingen aan de slag met balansoefeningen. Terwijl ondervoeding de onderliggende oorzaak van het vallen is. ‘Want het gaat lang niet altijd om te weinig eten. Het kan ook te maken hebben met te weinig eten van vitaminen en eiwitten. Waardoor spieren minder sterk worden. Waardoor mensen eerder vallen. Waardoor ze langer moeten herstellen. Ook de weerstand gaat vaak achteruit. Zo komen ze in een vicieuze cirkel terecht. De gezondheidsrisico’s van ondervoeding zijn dus groot.’

Talrijke oorzaken

De oorzaken voor te weinig (gevarieerd) eten door ouderen zijn talrijk. Van een gebrek aan eetlust tot een verminderd reuk- en smaakvermogen. Van kauw- en slikproblemen tot depressie en eenzaamheid (zeker in deze coronatijd). Maar ook het simpelweg ontbreken van de fysieke kracht om aardappels af te gieten en praktische problemen als niet weten hoe de magnetron werkt, spelen een rol. Worden deze oorzaken aangepakt, dan kan het probleem dus worden verminderd. ‘Alles valt of staat met goede signalering van dit probleem,’ zegt Anne-Fleur.

Wie signaleert?

Die signalering kan op verschillende plekken plaatsvinden. ‘Als huisarts kun je telkens doorverwijzen of medicijnen voorschrijven. Maar je kunt ook nog beter doorvragen over hoe het met iemand gaat, fysiek en mentaal. Waarom komt die oudere zo vaak langs? De thuiszorg kan eens een blik in de koelkast werpen. Of eens vragen of die boterham ’s ochtends nog smaakt. Hetzelfde geldt voor medewerkers van de apotheek die medicijnen komen langsbrengen. Bij mensen die nog geen thuiszorg krijgen of niet in het zorgcircuit zitten, kunnen mantelzorgers een belangrijke rol spelen. Maar ook welzijnsorganisaties, de huishoudhulp of bijvoorbeeld de huismeester van een flat. Soms zijn dat de enige mensen die ouderen nog zien, zeker in deze tijd. Zij kunnen de verantwoordelijkheid nemen om meer op een oudere te letten.’

Regie

Maar wie neemt de regie wanneer ondervoeding gesignaleerd wordt? Anne-Fleur: ‘Met dat vraagstuk zijn we nu bezig. Tijdens onze verkenning kwamen we tot de conclusie dat sommige zorgverleners ondervoeding nog niet zagen als groot probleem. Die bewustwording is er in Ommoord nu meer gekomen. We hebben geconcludeerd dat de samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals van cruciaal belang is om dit probleem te tackelen. Geen enkele discipline kan het probleem alleen oplossen. Het vereist een integrale benadering, met verbinding tussen signaleren, opvolgen en monitoring van ondervoeding.’

Investeren in samenwerking

‘De vraag daarbij is wie de handschoen oppakt. Als er geïnvesteerd moet worden in samenwerking – in tijd of financieel – dan wordt er vaak terughoudend gereageerd. Mede daarom zouden er meer financiële middelen moeten komen om investeringen in samenwerking en preventie mogelijk te maken. Er is dus nog veel winst te boeken op dit thema. Vanuit Zorgimpuls zetten we in op het verbinden en samenbrengen van partijen en adviseren we om domeinoverstijgend naar dergelijke vraagstukken te kijken. Daarin zijn wij onafhankelijk.’

 

Meer weten? In dit artikel van Zorgimpuls lees je meer over de verkenning naar een gezamenlijke aanpak van ondervoeding bij kwetsbare ouderen. Aan het eind van dit document vind je een aantal relevante links naar meer informatie over dit thema, waaronder de serie video’s van OPEN Rotterdam. Meer informatie over Zorgimpuls als organisatie is te vinden op de partnerpagina.