Rotterdam bloeit op tijdens de coronacrisis. Dieren kruipen uit hun schulp en mensen ervaren de waarde van stadsnatuur, zien Rotterdamse boswachters en stadsecologen.

Fluiten de vogels echt vaker nu het minder druk is op straat? Dat is de meest gestelde vraag aan boswachter Bas Groeneveld, als hij tijdens zijn werk in het Rotterdamse groen wandelaars tegenkomt. ‘Mijn antwoord?’ vraagt Bas. ‘Ik denk dat Rotterdammers vooral bewuster van de natuur in de stad zijn. En het groen ook vaker en op andere tijden dan normaal opzoeken. De coronacrisis zorgt voor onzekerheid. Mensen ervaren dat de stadsnatuur ze rustig maakt en dus waarde heeft. Hopelijk houden we dat bewustzijn met zijn allen vast. Groen maakt gezonder.’

Rustig op het nest

Wat de vogels wel extra op de kaart zet, is het wegvallen van veel omgevingsgeluid. ‘Want zonder vliegtuigen en veel verkeer zijn ze wél beter te horen,’ zegt stadsecoloog Olaf van Velthuijsen. ‘Ik woon midden in de stad en hoor de zangvogels luid en duidelijk. Daar word ik wel vrolijk van. Pas over een jaar kunnen we zeggen of er méér vogels zijn. Voor broedvogels in parken kan het festivalverbod in elk geval goed uitpakken. Die zitten dit jaar heel wat rustiger op hun nest.’

Vroeg opstaan

Bas en Olaf krijgen steeds meer meldingen over dieren die zich normaal gesproken verborgen houden, maar nu in de relatieve rust opeens opduiken in Rotterdam. ‘In Hoogvliet is een reebok gezien en de bunzing en hermelijn worden ook vaker op straat gespot,’ zegt Bas. ‘Zo’n dier tegenkomen is natuurlijk genieten. Ze zijn vooral actief in de schemering, dus maak gerust een avondwandeling. Of sta lekker vroeg op – dat kan natuurlijk ook.’

Minder jeuk

Dat marterachtigen als de bunzing en de hermelijn hun leefgebied in de stad vergroten, is indirect ook goed nieuws voor Rotterdammers. Ze jagen op ratten en muizen, die nogal eens als plaagdieren worden ervaren. ‘Ecosysteemdiensten noemen we dat,’ zegt Bas. ‘Zoals méér vogels ook goed nieuws zou zijn. Mezen zijn gek op eikenprocessierupsen. En muggen zijn voor nog veel meer vogels dagelijkse kost. Dus hoe meer vogels, hoe minder jeuk.’

Gepaste afstand

Voor meeuwen en duiven is de coronacrisis minder goed nieuws. ‘Zij weten niet beter dan dat hun eten rondom snackbars en haringkarren klaarligt,’ zegt Olaf. ‘Het is maar de vraag of het ze het lukt om een plan B te vinden en uit te voeren. De tijd zal het leren. Ik raad mensen vooral aan om te genieten van het groen in de stad. Maar wel op gepaste afstand. Van elkaar en van de dieren. Sommigen mogen dan uit hun schulp gekropen zijn – op menselijke beïnvloeding zitten ze niet te wachten.’

 

Dit artikel is onderdeel van een reeks over het coronavirus. De Rotterdamse boswachters werken op veel groene plekken in de stad, zoals het Kralingse Bos en het Zuiderpark. Zij surveilleren in de parken, bewaken de rust van de natuur en de dieren, en spreken mensen aan die zich niet aan de regels houden. De boswachters zijn ook gastheer, geven voorlichting en begeleiden evenementen. Lees meer op de website van de gemeente Rotterdam.